Alle baby’s worden met dezelfde behoeften en voedingsreflexen geboren, ongeacht welke voeding ouders van plan zijn om hun kind mee te laten opgroeien.
Een goede voorbereiding is het halve werk!
Een goede voorbereiding is meer dan alleen babyspullen regelen. Informatie verzamelen en keuzes maken is een belangrijk onderdeel.
Via deze informatie en eventueel onze borstvoedinginformatieavond hopen wij genoeg informatie aan te kunnen reiken om een keuze te kunnen maken en jullie keuze te ondersteunen.
Al deze informatie is op basis van de 5 standaarden van Baby Friendly Nederland; gebaseerd op de 10 vuistregels van WHO en Unicef.
STANDAARD 1
- Dat er een schriftelijk beleid is waarmee elk kind een optimale start kan maken, waarbij bijzondere aandacht wordt gegeven aan voeding in de eerste twee levensjaren.
- Dat alle betrokken medewerkers zijn geschoold in de aspecten rond bevallen en voeding zodat een optimale start voor moeder en kind wordt gewaarborgd.
- Dat alle zwangere vrouwen en hun partners voorlichting krijgen over keuzes rond de bevalling, de start van voeden en de zorg voor hun kind en kunnen hierover geïnformeerde beslissingen nemen.
STANDAARD 2
- Dat alle moeders hun baby direct na de geboorte in huidcontact bij zich krijgen. Het huidcontact duurt minimaal een uur.
STANDAARD 3
- Dat ouders uitleg krijgen over voeden op verzoek en de normale groei en ontwikkeling van hun kind.
STANDAARD 4
- Dat vrouwen geïnformeerde beslissingen kunnen nemen m.b.t. het starten van bijvoeding voor het oudere kind.
STANDAARD 5
- Dat ouders gesteund worden in het ontwikkelen van een hechte band met hun kind, en nemen geïnformeerde beslissingen over de verzorging en behandeling van hun kind.
Zwangerschap
In het begin van de zwangerschap kun je veel last hebben van gevoelige borsten vaak in combinatie met groei van de borsten. Dit komt omdat de zwangerschapshormonen in je lichaam hier klierweefsel in je borsten laat groeien. Gedurende de zwangerschap kan (rond de 20 weken al) melkdruppels uit je borsten verliezen.
Tip- wacht tot ongeveer 20 weken zwangerschap met het kopen van een zwangerschapsBH
DE EERSTE ONTMOETING
Huid-op-huidcontact direct na de geboorte zorgt ervoor dat uw baby went aan het leven buiten de baarmoeder, kan rusten na de bevalling, warm blijft en u elkaar kunt leren kennen. Zowel thuis als in het ziekenhuis wordt hier minimaal 1 uur voor uitgetrokken. Alle onderzoeken van de baby worden gedaan na de eerste voeding.
Een baby zal na een tijdje voedingssignalen laten zien en op zoek gaan naar de borst. Dit is het moment voor de 1evoeding. De verloskundige, verpleegkundige of kraamverzorgster zal hier indien nodig bij helpen.
Indien je dit wenst is het eventueel mogelijk om bij de keuze van flesvoeding je baby zijn eerste voeding aan de borst te geven. Dit heeft verder geen gevolgen voor je borsten of stuwing.
- Krijg je een keizersnede bespreek dan met je gynaecoloog of een zogenaamde “gentle sectio” tot de mogelijkheden behoort. Je krijgt je kindje dan al op de OK bij je huid op huid.
- Wanneer het echter niet mogelijk is voor de moeder om haar kindje bij zich te nemen dan kan de partner deze rol overnemen en huid op huid toepassen met de pasgeborene.
- Ook bij te vroeggeboren kindjes wordt zo veel mogelijk huid op huid toegepast.
HERSENONTWIKKELING
De manier waarop je met je baby omgaat, heeft invloed op de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van je kind. Voor een optimale hechting tussen moeder en kind is het belangrijk dat er na de geboorte ingespeeld wordt op de natuurlijke behoeftes van het kind, ongeacht de soort voeding dat de baby krijgt.
De verwachtingen van de baby, oftewel de blauwdruk van een baby is hier leidend.
Pasgeboren baby’s hebben de behoefte om dicht bij hun ouders te zijn. Het helpt ze zich veilig en geborgen te voelen. Als baby’s zich veilig voelen, komt er oxytocine (het liefdeshormoon) vrij; dit heeft een positieve invloed op hun hersenontwikkeling.
Dit houdt onder andere in dat je je kindje veel bij je houdt (voor voeden, knuffen en troosten) en voedt op verzoek van je kind. Bij flesvoeden kun je er goed op letten dat de melk niet te langzaam of snel stroomt. Bij borstvoeding is het voor een kind makkelijker om dit zelf te regelen.
Van oudsher worden kindjes veel (rechtop) gedragen. Je kindje na de voeding nog even rechtop bij je houden om te knuffelen geeft nog een extra boost Oxytocine en ondersteund het comfortabel verwerken van de melk voor je kind.
Wanneer voedt je je baby?
Wanneer je kindje voedingssignalen laat zien is je kindje er klaar voor om te drinken. Je voedt dan op verzoek van je kindje. De eerste paar dagen kunnen kindjes wat slaperiger zijn en dan is het mogelijk het advies te krijgen om elke 3 à 4 uur te voeden. Door je kindje de eerste paar dagen heel veel bij je te houden en minimaal 1x per dag huid op huidcontact toe te passen zal je kindje zich vaker melden voor voedingen en effectiever drinken.
De meeste kindjes zullen de eerste paar dagen onregelmatig willen drinken. Een paar keer snel achter elkaar en dan weer zit er wat meer tijd tussen.
- Bij BORSTVOEDING bestaan de eerste voedingen uit colostrum. Colostrum bevat veel antistoffen, werkt laxerend (voor het meconium) en is voedzaam. Qua hoeveelheid is het weinig (5-15ml) passend bij de anatomie en functie van de maag. Totdat de moedermelkproductie meer wordt bij het ontstaan van de stuwing (gemiddelde 3e/ 4e dag) kunnen borstgevoede kindjes zich dan ook vaak melden voor een voeding.
- Bij FLESVOEDING zie je dat kindjes over het algemeen wat sneller een paar uur tussen de voedingen laten. Echter daarbij spugen flesgevoede kindjes wat meer. Bij flesvoeding start je met 10ml per voeding, dit wordt per 24 uur met 10ml opgehoogd totdat je kindje 6 dagen oud is. Dan wordt er een berekening toegepast om kindjes niet te veel poedermelk te geven: 150ml per kg lichaamsgewicht per 24 uur gedeeld door het aantal voedingen. Dit is bij flesvoeding meestal 7 à 8 keer.
Starten met borstvoeding
Na de bevalling zakken de zwangerschapshormonen en daardoor stijgt het hormoon prolactine in het bloed. Dit hormoon zorgt voor de aanmaak van moedermelk. In principe gebeurt dit bij elke vrouw. Het duurt gemiddeld drie tot vijf dagen voordat het prolactinegehalte zo hoog is dat er stuwing in de borsten ontstaat. Stuwing wordt veroorzaakt door meer bloed en vocht in de borst met tegelijkertijd een toename van de moedermelk productie.
Na ongeveer 2 dagen na de bevalling geeft het oxytocine hormoon, die vrijkomt bij het knuffelen van je baby en bij het voeden aan de borst, een zodanig effect op de borst dat de melk die aanwezig is makkelijker uit de borst stroomt. Dit is de zogenaamde toeschietreflex. Dit is te zien doordat je kindje meer slokken achter elkaar neemt en grotere slokken neemt die hoorbaar zijn. Veel vrouwen voelen de toeschietreflex, een prikkelend gevoel in de borst.
Hoe vaker je baby de eerste paar dagen drinkt of hoe vaker je je borsten stimuleert hoe sneller de moedermelkproductie op gang komt en hoe sneller er meer melk beschikbaar is. Daarbij weten we dat vaak de borsten stimuleren de eerste paar dagen zorgt voor minder last van de stuwing. Ook geldt hoe leger de borst gemaakt wordt hoe makkelijker je lichaam meer melk aanmaakt.
Het allerbelangrijkste is dat je een houding zoekt die voor jou en je baby prettig is.
VOEDINGSREFLEXEN
Een baby wordt geboren met voedingsreflexen, door je kindje veel bij je te houden benut je deze voedingsreflexen optimaal. Je kind gaat eerder zoeken en hapt beter aan en drinkt effectiever.
AANLEGGEN
Leg je baby dicht tegen je aan door met je vlakke hand tegen de schouderbladen te duwen. Dwing de baby niet aan de borst door tegen zijn achterhoofd te duwen. Houd het hoofdje en lijfje in een lijn.
Gebruik eventueel een (voedings)kussen om je arm te ondersteunen.
Houd de tepel tegen de bovenlip. Je baby gaat zoeken en doet zijn mond open om aan het happen. Op dat moment haal je hem dicht naar de borst.
Het starten met borstvoeding kan de eerste paar dagen wat gevoeligheid geven. Het is niet de bedoeling dat het pijn doet!
Bij pijngevoel is het dan ook zeer belangrijk hulp in te roepen van de kraamverzorgster, verpleegkundige, verloskundige of een lactatiekundige.
Als je partner en je omgeving je steunen, gaat het vaak ook makkelijker.
De meeste baby’s vallen af de eerste dagen. Wanneer je meteen vanaf de bevalling je baby vaak en lang genoeg voedt, zal het gewichtsverlies minder groot zijn. Dit komt de conditie van je baby ten goede.
Als een kindje tussen de 7 tot 10% onder zijn geboortegewicht zit, wordt de voedingssituatie beoordeeld. (Bij meer dan 10% gewichtsverlies heeft een kindje echt wat meer nodig.) Soms is het nodig om naast het vaak aanleggen ook te gaan kolven en de baby bij te voeden. Dit gebeurt bij voorkeur met afgekolfde moedermelk. Als die niet voorradig is, wordt er met kunstvoeding bijgevoed. De bijvoeding wordt bij voorkeur gegeven met een cupje of door middel van vingervoeden.
STUWING
Na een paar dagen worden de borsten wat gespannen. De stuwing komt snel opzetten en zakt dan langzaam weer weg. Er ontstaat dan een overvloedige melkproductie. Er moet nog een evenwicht komen tussen de ‘vraag’ van je baby en jouw ‘aanbod’.
Baby’s blijven zelf de hoeveelheid voeding bepalen. Door op sommige dagen vaak te drinken, stimuleren zij de aanmaak van borstvoeding (ook wel ‘regeldagen’ genoemd). Sommige baby’s gaan minder vaak drinken als ze ouder worden. Andere baby’s blijven kleine beetjes drinken. Iedere baby is uniek en weet precies hoeveel hij nodig heeft.
Veel moeders maken zich in de eerste weken na de bevalling zorgen over de hoeveelheid melk. Hun borsten voelen niet meer zo gespannen als in de kraamweek. Maar soepelere borsten zijn een goed teken. Het geeft aan dat ‘vraag en aanbod’ in evenwicht komen. Als je baby genoeg blijft plassen (minstens vijf flinke plasluiers per dag), komt hij niets tekort.
Je baby wordt door je kraamverzorgende, verloskundige of lactatiekundige goed in de gaten gehouden. Zij kijkt hoe je baby zich gedraagt, hoe hij drinkt, ze weegt je baby geregeld en telt het aantal poep- en plasluiers. Dat zijn allemaal manieren om te zien of je baby genoeg melk binnenkrijgt.
Lukt het (even) niet om je baby met de borst te voeden? Dan kun je melk afkolven. Als dit niet gaat, kun je je baby (tijdelijk) (bij)voeden met donormelk of poedermelk.
Door het zuigen op een fopspeen verbruikt de baby kostbare energie, die hij nodig heeft om melk uit de borst te halen. Een ander nadeel van de fopspeen is dat je hongersignalen kunt missen of dat hij een verkeerde zuigtechniek ontwikkeld.
KOLVEN
Als je baby, om wat voor een reden dan ook, niet aan de borst kan of mag drinken, is het belangrijk niet te lang te wachten met de eerste keer kolven.
Het liefst al binnen vier uur na de bevalling starten met kolven (met de hand). Hoe vaker je kolft, hoe beter je melkproductie gestimuleerd zal worden. Als je niet vaak kolft, bijvoorbeeld maar twee of drie keer per vierentwintig uur, heb je moeite met de melkproductie op gang te brengen en te houden. Soms komt dit de eerste dagen voor vanwege complicaties.
Om de moedermelkproductie verder te stimuleren is aan te raden minimaal 8x per dag te kolven, waaronder 1x in de nacht. Dit lijkt veel, maar komt neer op de normale keren dat een pasgeborene gevoed wil worden. Zo rond 4 uur in de ochtend is het prolactine gehalte in je bloed het hoogst in je bloed en dan heeft kolven veel effect.
Er zijn verschillende methoden van kolven:
- met de hand (ideaal voor de 1e 48 uur, colostrum makkelijker op te vangen dan)
- met een handkolf;
- met een enkelzijdige of dubbelzijdige elektrische kolf.
Afkolven is een techniek die je kan/moet leren, waarbij geldt dat dit bij de ene moeder gemakkelijker gaat dan bij de andere. Je toeschietreflex moet ‘getraind’ worden, ook bij het kolven. Daarvoor moet je goed ontspannen en dat kan nogal eens moeilijk zijn.
Je kraamverzorgende of verpleegkundige kan je daarbij helpen.
De dubbelzijdige elektrische kolven die aangeraden worden om de moedermelkproductie te ondersteunen zijn beschikbaar in de ziekenhuizen en daarna te huur bij ons via Borstvoeding Waterland. De meeste overige kraambureaus hebben ook huurkolven ter beschikking.
Starten met flesvoeding
Starten met flesvoeding
Wanneer je gekozen hebt voor poedermelk haal je geen moedermelk uit de borst en zal de borst stoppen met het aanmaken van moedermelk. Dit kan een paar dagen duren.
Gedurende die dagen kun je een strak sporttopje aandoen (door de tegendruk van buiten op de borst remt de productie iets sneller) en de borsten koelen.
Kies je voor moedermelk per fles te geven dan is het belangrijk tijdig na de bevalling te starten met kolven.
De eerste voeding is standaard zuigelingenvoeden van 0-6 maanden. Deze melk is geschikt voor pasgeborenen.
De eerste 24 uur krijgt een kindje met flesvoeding in principe 10 ml per voeding. Na 24 uur wordt dit opgehoogd met 10ml. Totdat je kindje 6 dagen oud is wordt de hoeveelheid met 10ml per voeding per dag opgehoogd. Vanaf 6 dagen in leeftijd wordt de berekening van 150ml per kg lichaamsgewicht per 24 uur aangehouden. Om de hoeveelheid per fles te krijgen deel je de uitkomst door het aantal voedingen (7 à 8).
Tip–heb je een kindje wat veel spuugt verminder dan de hoeveelheid per fles.
Elke keer dat je kindje gewogen wordt kun je de berekening opnieuw maken en zal de hoeveelheid iets toenemen. Op een maand of 2 à 3 zitten kindjes op de piek van hun groeien, daarna zullen zij minder calorieën nodig hebben om door te groeien.
Meer informatie over de voedingshoudingen, hoeveelheden, het bereiden van poedermelk en het geven van de fles is te vinden in de folder flesvoeding van het voedingscentrum. Deze is verkrijgbaar op het spreekuur en wordt in de zwangerschap meegegeven aan de ouders die de keuze maken voor poedervoeding.
Vitamine K
Om bloedingsproblemen bij kindjes te voorkomen krijgen baby’s over de hele wereld na de geboorte extra vitamine K toegediend. In Nederlands krijgen baby’s dit door middel van druppels vitamine K concentraat.
Vanaf de achtste dag t/m drie maanden is er het advies om je baby vitamine K-druppels te geven.
Vitamine D
Vanaf de achtste dag is aanvulling met vitamine D nodig, zowel voor baby’s die moedermelk krijgen als poedermelk en voor moeders die borstvoeding geeft.
Visie
Het VSV Waterland streeft naar een samenwerking voor een Baby Friendly regio waarin alle betrokken organisaties het kind maximaal ondersteunen bij groei, ontwikkeling en hechting.
Hierbij wordt rekening gehouden met de persoonlijke wensen en culturele achtergrond van de ouders.
Ouders krijgen objectieve informatie over voeding. Het geven van borstvoeding zorgt voor een optimale gezondheid van moeder en kind en wordt om deze reden actief bevorderd en ondersteund.
Door de goede samenwerking van alle betrokkenen wordt er een eenduidig advies en begeleiding geboden.
Voor vragen over voeding (ongeacht de voedingskeuze) kun je altijd contact opnemen met onze praktijkassistente en lactatiekundige Marjan Muhren.