Als je genoeg ontsluiting hebt om de baby geboren te laten worden, gaan de ontsluitingsweeën over in persweeën. Op het hoogtepunt van zo’n wee voel je een drang om te drukken. Dit heet persdrang. Je kunt het niet tegenhouden, het is een reflex. Vrouwen omschrijven het vaak als het gevoel dat je onwijs nodig moet poepen. Elke perswee zorgt ervoor dat het hoofdje van je baby steeds verder in je bekken komt.
Het persen duurt bij een eerste kind gemiddeld een uur en bij een tweede of volgend kind gemiddeld een half uur. Hoe snel het persen gaat heeft te maken met de kracht van je weeën, hoe vaak de weeën komen en hoe goed het lukt om te persen. Verder hangt het af van de ligging van je baby en of je al eerder bevallen bent. Persen kost veel energie voor moeder en kind, daarom mag je bij een eerste kindje maximaal 2 uur persen en bij een volgend kind maximaal 1 uur. Uiteraard beoordelen wij of alle factoren gunstig genoeg zijn, is dit niet het geval dan zal er eerder actie ondernomen worden.
Het kan zijn dat je lichaam sterk aangeeft dat je moet persen en dat het niet goed lukt om hieraan toe te geven. Misschien is het ook even wennen en ‘omschakelen’. Wij zijn bij je om je hierbij te helpen. Als je het fijn vindt kun je tijdens het persen meekijken met een spiegel.
Geboorte
Tijdens het persen maakt de baby een draai door het bekken, onder je schaambot door en moet hiervoor als het ware ‘door een bocht’. Als deze bocht gemaakt is blijft het hoofdje ‘staan’: een groot deel van het hoofdje is dan te zien. Als het hoofdje staat geeft dat een brandend gevoel, dat wordt ook wel de ‘ring of fire’ genoemd. Een warme washand tegen je bekkenbodem kan dit gevoel een klein beetje verlichten. De branderigheid is vervelend, maar betekent wel dat de baby er nu echt bijna is.
Vaak komt het hoofdje bij elke wee een klein beetje verder en zakt het na de wee weer terug. Het terugzakken is niet erg. Bij de volgende wee pers je de baby weer naar het punt waar je was en daarna nog verder. Als het hoofdje geboren wordt krijg je meestal het advies om tussendoor even te stoppen met persen en daarna weer verder te gaan, zodat het hoofdje rustig geboren wordt. Vaak komen de schouders en het lijfje van de baby op dezelfde wee als het hoofdje. Als je wilt en de situatie laat het toe, dan kun je zelf of je partner je kindje aanpakken.
Houdingen
In films zie je altijd dat mensen plat op hun rug met hun benen naar zich toegetrokken bevallen, maar dit is heel vaak helemaal niet de optimale houding om in te bevallen. Daarnaast is het jouw bevalling, dus het is dan ook heel belangrijk dat je een houding aanneemt die voor jou prettig voelt. Het aller belangrijkst is om tijdens de bevalling veel houdingen af te wisselen, zo kan je ook ervaren wat voor jou het beste voelt. Het wisselen van houding stimuleert bovendien de weeën, de ontsluiting en de geboorte en het gevoel van controle hebben. Wist je dat vrouwen minder pijn ervaren als zij regelmatig van houding wisselen tijdens de bevalling? Ook duurt de bevalling korter.
Bekijk hier een voorbeeld van verschillende bevalhoudingen.
Wij nemen altijd een baarkruk mee voor tijdens de bevalling. In het ziekenhuis kan je hier ook gebruik van maken. Daarnaast hebben ze in het ziekenhuis een fitnessbal en een peanutbal (deze kan heel goed zijn voor het indalen van de baby, en hier kan je ook gebruik van maken als je medicinale pijnstilling gebruikt zoals de ruggenprik). Thuis of poliklinisch kan je ook kiezen voor een bad. Hierover lees je meer op onze pagina over de badbevalling.