Onder kraamtijd verstaan we de eerste tien dagen na de geboorte.
De kraamtijd is een belangrijke tijd voor de binding tussen kind en ouders. Jullie moeten wennen aan elkaar, je kindje leren kennen en leren hoe jullie je kindje moeten verzorgen. Jullie kindje moet zelf wennen aan het leven buiten de baarmoeder. Al met al is het vaak een emotionele en indrukwekkende tijd. Dit komt niet alleen omdat de bevalling vaak vermoeiend was en de baby jullie als nieuwe ouders nogal eens uit de slaap houdt ‘s nachts, maar ook omdat de hormonen nog door je lijf gieren. Belangrijk is op jullie gevoel te vertrouwen en in deze 10 dagen ook de tijd hiervoor te nemen.
Wij adviseren in de kraamtijd veel rust te houden en bezoek te beperken. Het is logisch dat familie en vrienden de pasgeborene willen bewonderen, maar zorg ervoor dat de kraamtijd ook een tijd is waarin jullie als nieuwe ouders rustig kunnen wennen en genieten van jullie kleine wonder.
De kraamverzorgster en de verloskundige zullen je helpen met praktische zaken, maar ook met je over je emoties en gevoelens praten. Aan het eind van de kraamtijd hebben jullie dan de eerste stappen gezet om jullie kindje te leren kennen.
Je baby
Een baby wordt geboren als oermens. In de buik was er constant beweging en geluid, 24 uur per dag voeding via de navelstreng en een constante temperatuur, oftewel hij was een eenheid met de moeder. Iedere baby moet na de bevalling wennen. De maag en darmen gaan werken door de voeding en er zijn andere geuren en geluiden. Alles is eigenlijk anders. Ook ouders hebben verwachtingen en meestal zijn deze hooggespannen. Een baby is een uniek wezen, met uniek gedrag en soms is dat anders dan ouders van tevoren hadden gedacht. Met intuïtie, liefde en er gewoon zijn voor je kindje, kom je een heel eind.
De verwachtingen van een kind, oftewel de fysiologische blauwdruk van een baby.
Pasgeboren kinderen hebben de behoefte om dicht bij hun ouders te zijn. Het helpt ze zich veilig en geborgen te voelen. Als een baby zich veilig voelt, komt er oxytocine vrij; dit heeft een positieve invloed op hun hersenontwikkeling.
Kinderen die zich tijdens hun eerste levensperiode veilig voelen, worden blijere kinderen en krijgen daardoor ook meer zelfvertrouwen als ze ouder worden. Het vasthouden, tegen ze praten en glimlachen, zorgt voor oxytocine bij het kind en bij de ouder. Beiden voelen zich daardoor rustiger en gelukkiger.
DE EERSTE PAAR DAGEN
Houd je kindje dicht bij je in de buurt zodat je snel de lichaamstaal van je baby leert kennen. Door te knuffelen ruikt je kind je en hoort hij je hartslag. Je kindje laat het merken als hij wil eten, wil knuffelen of aan slapen toe is. Wanneer je op signalen reageert voelt je kindje zich het prettigst.
HONGER OF MOE?
Baby’s worden niet met een gebruiksaanwijzing geboren, maar ze laten vaak heel goed zien wat ze nodig hebben. Er is een verschil tussen honger- en vermoeidheidssignalen.
Wanneer je pasgeboren baby hongerig is, kun je dit aan de volgende signalen zien:
- Onrust
- Zoek- en zuigbewegingen, draaien met het hoofdje
- Maaien met de armpjes en handjes naar het gezicht brengen
- Sabbelen op de handjes
- Smakgeluidjes
- Openen van het mondje als de lippen worden aangeraakt
Als je baby wil slapen, zie je waarschijnlijk:
- Starende blik of weg kijken
- Grimassen
- Druk bewegen met armen of benen
- Gebalde vuistjes
- Jengelen of huilen
Soms is het lastig de signalen van elkaar te onderscheiden. Als kinderen na een goede voeding weer zoekgedrag laten zien, is dit echter vaak geen honger maar dan juist een teken van vermoeidheid.
SLAPEN
Een baby heeft geen slaapcyclus zoals volwassenen. Hij slaapt korter en slaapt maar heel even heel diep. Een dag en nachtritme is een baby nog onbekend. Wakker worden voor nachtvoedingen hoort bij normaal babygedrag en horen er zeker de eerste periode bij. Veel kinderen slapen vanaf een maand of 8 pas beter door. Doorslapen voor een baby is 5 à 6 uur slaap achter elkaar.
Bij borstvoeding zijn nachtvoedingen goed voor het op gang komen en blijven van de melkproductie.
Na de eerste weken wordt een kind wakkerder en soms onrustiger. Probeer je leven aan te passen aan het tempo van je kind. Een onrustig kind heeft een rustige slaapplaats nodig en kan baat hebben bij stevig instoppen bij het slapen. Dit noemen we begrenzen.
Kinderen zijn de eerste weken kort wakker tussen twee voedingen. Na een paar maanden worden kinderen meer wakker tussen de voedingen. Dat kan per kind verschillen.
Het ene kind kan ’s nachts sneller zonder voeding of nabijheid van zijn ouders dan de andere. Door je kind in een apart bedje bij je op de kamer te laten slapen (rooming-in), kan je vlot reageren op signalen. Stichting Veilig Slapen adviseert rooming-in tot de leeftijd van minimaal zes maanden.
MOEITE MET SLAPEN?
De ene baby slaapt gemakkelijker en langer dan de andere. Rituelen kunnen helpen, dus doe je handelingen in een vast patroon. Als het slapen je kindje moeite kost, kijk dan of je kind niet te veel prikkels oppikt en of je wellicht vermoeidheidssignalen mist. Hangt er misschien een mobiel in de box dat niet bij de leeftijd van je kind past? Gaat hij te veel van arm tot arm of zijn er te veel geluiden in de woonkamer? Als kinderen te veel prikkels krijgen dan kunnen ze onrustig worden en slechter in slaap komen.
JE RITME VINDEN
Een baby kan een hele uitdaging zijn. Na enkele weken wordt het gemakkelijker en leer je je kindje steeds beter kennen.
Uiteindelijk vind je je eigen ritme. Echter kinderen groeien en ontwikkelen zich en bij iedere periode past een ander ritme. Probeer flexibel te zijn en kijk niet steeds op de klok, maar leer vooral naar je kind te kijken.
SAMENWERKING TUSSEN OUDERS OF ALLEENSTAAND?
Als partners ken je elkaar waarschijnlijk goed maar nu krijg je een nieuwe rol. Door de komst van een kind wordt de samenwerking belangrijk, maar soms wordt die ook op de proef gesteld. Het ouderschap brengt allerlei nieuwe gevoelens met zich mee. Blijf deze vooral met elkaar bespreken. De één heeft misschien andere verwachtingen van een kind dan de ander, of misschien heb je zelfs andere verwachtingen van elkaar.
Wanneer je alleenstaand bent en alleen de verantwoordelijkheid moet dragen voor je kind, kan dit ook overweldigend zijn. Geef het bij je omgeving aan wanneer je steun nodig hebt. Als anderen helpen met de huishouding, boodschappen doen of even wat afleiding brengen, kan dit je helpen en je naasten vinden het vaak fijn iets voor je te kunnen doen.
Zorg dus ook goed voor jezelf! Probeer gezond te eten en rust te nemen.
WAT ALS JE KIND VEEL HUILT?
Deze vraag zal niet direct bij je opkomen de eerste week, maar waarschijnlijk wel in de weken erna. Het ene kind huilt meer dan de andere. En de ene ouder ervaart het huilen anders dan de andere. Een huilende baby kan je onzeker maken. En alle adviezen die je vanuit je omgeving krijgt kunnen ook onzekerheid brengen.
WAT IS NORMAAL?
Een jong kind huilt gemiddeld 1 tot 1,5 uur per dag. Rond 6 weken bereikt het huilen vaak een piek van 2 tot 2, 5 uur. We weten niet zo goed waarom kinderen huilen. Niet bij ieder kind wordt het huilen na een bepaalde periode weer minder. Vooral in de avond en het begin van de nacht kunnen kinderen erg onrustig gedrag vertonen.
Wat kun je doen als je kindje huilt?
- Troost je kind door hem in een ronde houding op te pakken en vast te houden.
- Probeer de signalen van je kind te herkennen.
- Praat tegen je kindje of zing een liedje.
- Stop je kindje stevig in.
- Gebruik een draagzak/doek.
Je kunt een kind niet verwennen!
Maak je je zorgen over de lichamelijke conditie van je kindje, neem dan contact op met de huisarts.
DE ONTWIKKELING VAN EEN KIND
Een baby ontwikkelt zich de eerste maanden erg snel. Een kind groeit in lengte en gewicht, leert controle te krijgen over de oogspieren en zijn hoofd in balans te houden. Een baby reageert op geur en stem. Na enkele maanden gaat een kind meer bewegen en spelen. Het consultatiebureau bespreekt de normale ontwikkeling met ouders. Vergeet niet dat ieder kind zijn eigen ritme en ontwikkeling heeft.
GEZINSGERICHTE ZORG EN ONTWIKKELINGSGERICHTE ZORG
Binnen de regio streven wij naar gezinsgerichte zorg, dit houdt in dat beide ouders betrokken blijven met de zorg voor hun kind ongeacht waar zij verblijven. Of ouders en kind nu thuis, op de verlosafdeling of de neonatologie verblijven ouders moeten zelf de zorg voor hun kind(eren) kunnen doen met ondersteuning van professionals. Samen vormen ze een team waarbij de richtlijnen voor gezinsgerichte zorg worden gehanteerd. Door ontwikkelingsgerichte zorg te bieden, houden we rekening met het verminderen van prikkels en kijken we naar wat het kindje aankan. In het ziekenhuis zullen vooral de verpleegkundigen ondersteuning geven en thuis zullen de kraamverzorgende en verloskundige ouders steunen bij de zorg.
Onderzoeken kind in de kraamweek
HIELPRIKSCREENING
In de eerste week na de geboorte wordt bij de baby de hielprik verricht door de GGD. De screening van het hielprikbloed levert belangrijke informatie op over een aantal ernstige aandoeningen. Vroegtijdige opsporing hiervan is belangrijk om schade aan de gezondheid te voorkomen of te beperken.
GEHOORSCREENING
De gehoortest wordt meestal in combinatie met de hielprik thuis uitgevoerd in de eerste week. Dit doet ook de GGD. De test is pijnloos en duurt maar enkele seconden. De uitslag is meestal meteen bekend. Soms kan het nodig zijn de gehoortest te herhalen. Als de uitslag van de tweede screening nog niet goed is, dan is er een uitgebreider onderzoek nodig.
Een goed gehoor is belangrijk voor de ontwikkeling van taal en het goed leren praten. Hoe eerder een slecht gehoor ontdekt wordt, hoe sneller je kind hiervoor kan worden behandeld. De gevolgen voor het kind blijven hierdoor zo beperkt mogelijk.
De folder van beide onderzoeken wordt meegegeven bij de informatiebijeenkomst over de bevalling.
KRAAMVROUW
Een pas bevallen vrouw kan te maken krijgen met allerlei fysieke ongemakken en daar vragen over hebben. Een aantal van deze klachten hebben we op een rijtje gezet en uitgelegd.
KOUDE RILLINGEN ZONDER KOORTS
Veel vrouwen krijgen kort na de bevalling last hiervan. Dit komt door de zware inspanning van de spieren tijdens de bevalling, het verdwijnt vanzelf na een paar uur. Soms helpt het om even wat zoets te eten en/of te drinken.
NAWEEËN
Wanneer een bevalling snel verlopen is kan je de eerste dagen na de bevalling last hiervan krijgen. Deze weeën zorgen ervoor dat de baarmoeder goed samentrekt en het bloedverlies beperkt blijft. Vaak plassen en veel rusten helpt tegen naweeën en bloedverlies. Indien deze naweeën erg pijnlijk zijn mag je elke vier uur 1 Paracetamol tablet 500mg., zonder cafeïne of codeïne nemen.
SLAPELOOSHEID
Dit komt veel voor, o.a. door de emoties van het hebben van een kindje en je nieuwe rol als moeder. Probeer overdag bij te slapen. Rusten zonder te slapen zorgt er ook al voor dat je adrenaline pijl daalt en je uiteindelijk weer kan slapen. Het kan slim zijn om je ervaringen van de bevalling op te schrijven. Dit helpt bij het verwerken, zodat je er ‘s nachts minder mee bezig bent.
MOEILIJK PLASSEN
Tijdens de baring staat er veel druk op de bekkenbodem en urineleiders, hierdoor ontstaat er oedeem(vocht) rond de urineleiders en kan de bekkenbodem tijdelijk gevoelig zijn. Het kan dan moeilijk zijn om direct na je bevalling te plassen. Belangrijk is dat je gewoon drinkt en regelmatig je blaas probeert te legen.
OBSTIPATIE
Door pijn van de bekkenbodem en omdat de darmen nog minder hard werken kan dit voorkomen. Zorg ervoor dat je voldoende water drinkt en dat er genoeg vezels in je voeding zitten. Neem ook de tijd om naar het toilet te gaan.
STUWING
Bij elke vrouw komt na ongeveer 2 dagen de borstvoeding op gang, dit is hormonaal geregeld. Geef je borstvoeding dan is het aan te raden vaak kleine beetjes te voeden. Geef je geen borstvoeding dan kan je de klachten verlichten door te koelen. Paracetamol mag eventueel gebruikt worden.
AAMBEIEN
Door de druk van de bevalling of obstipatie kunnen aambeien ontstaan. In principe slinken aambeien vanzelf. Als het erg oncomfortabel is dan kun je een pijnstillende zalf vragen aan de huisarts (Lidocaïne zalf). Deze zalf doet echter niets voor de aambeien zelf. Direct na de bevalling zou je op je aambeien een neusspray (met vaatvernauwend middel) kunnen sprayen. Om de aambeien verder te behandelen kun je curanol gebruiken (kuur = zalf en tabletten, kan ook apart).
HECHTINGEN
Bij hechtingen is de hygiëne extra belangrijk. Spoel de wond goed schoon met water als je naar het toilet bent geweest, eventueel Aryana tinctuur. Om de wond te ontsmetten kun je Aryana tinctuur gebruiken. Rechtstreeks op de wond of een gaasje met Aryana erop gedruppeld geeft verlichting. Verkrijgbaar bij ons op de praktijk. Bij een erg beurs gevoel kan je Arnica innemen.
DE BABYBLUES
Een paar dagen na de bevalling krijgen de meeste moeders een terugslag. Een officiële off-day, kraamtranen, of een huildag. De “babyblues”. Oftewel: de vermoeidheid, de lichamelijke ongemakken, de ervaring van de bevalling en de nieuwe situatie worden je even teveel! Ook als alles goed gaat kun je zomaar in huilen uitbarsten. We zeggen wel eens; een moeder is net zo kwetsbaar als haar pasgeboren kind.
TIPS
- Laat je tranen de vrije loop
- Zeg visite af. Alleen mensen bij wie je vrij kunt sniffen zijn welkom!
- Neem zoveel mogelijk rust
- Probeer op verzorgingsmomenten met je kind te praten, elkaar goed te bekijken, te masseren. Zo kan je genieten van je pasgeboren baby!
- Probeer erop te vertrouwen dat je weer zult herstellen! Ook al duurt het misschien langer dan je dacht
- Bespreek de bevalling nog eens met de verloskundige
- Vertel je verhaal aan vertrouwde mensen
- Vraag adviezen voor lichamelijke ongemakken